Jean-Éric Vergne: ‘Ik haat verliezen veel meer dan ik van winnen houd’
Vrijwel zeker heeft DS Penske met Stoffel Vandoorne en Jean-Éric Vergne de sterkte line-up in de Formule E. Ondanks twee wereldkampioenen binnen de gelederen liep het seizoen 2023 uit op een flinke deceptie. In de aanloop naar de testdagen eind oktober, is er bij de beide voormalige F1-coureurs vooral de hoop dat het in 2024 een stuk beter gaat. “Mijn motivatie is groter dan ooit.”
Jean-Éric Vergne - voormalig protegé van Red Bull en drie seizoenen uitkomend voor Toro Rosso - is voor journalisten een heerlijke gesprekspartner. De Fransman is wars van PR-praatjes en zegt altijd wat hij denkt. Zo mopperde de 33-jarige routinier na de afsluitende ePrix’ van 2023 in Londen over ‘een vernedering’, doelend op een uitvalbeurt en een dag later een 22ste (en laatste plaats) in race twee. Het zijn woorden die blijven hangen, woorden die een team niet graag hoort van één van zijn coureurs.
Vergne worstelde bij DS Penske
Enkele maanden later benadrukt Vergne dat hij indertijd louter doelde op dat weekeinde in Londen. Toch heeft de Fransman wel een bittere nasmaak van het seizoen. Weliswaar eindigde hij op plek vijf in het kampioenschap, met één zege (in India). Voor het overige was het vooral aan zijn consistentie te danken dat Vergne nog relatief hoog in het kampioenschap eindigde. Het bewijs dat je met gestaag punten sprokkelen nog een eind kan komen, maar drie podiumplekken in zestien races past niet bij de status van een tweevoudig kampioen in de Formule E én de ambities van DS Penske. Het team onder leiding van Jay Penske was simpelweg niet snel genoeg.
“Ik kan natuurlijk niet zeggen dat ik blij was met vorig seizoen, vooral na het winnen van twee kampioenschappen en een flink aantal overwinningen en podiumplaatsen in de Formule E”, zegt Vergne tijdens een mediagesprek met onder andere GPblog. “Zoals wij hebben geworsteld was absoluut niet prettig. Het is wat het is. Ik denk dat er een enorme hoeveelheid werk voor ons ligt.”
'DS Penske de underdog'
Een nadeel voor de Formule E-teams is dat er in het tussenseizoen slechts een beperkt aantal onderdelen aangepast mogen worden. Aan het concept van de Gen3-wagen is bijvoorbeeld niets te veranderen. Aan de software wel. Gelukkig voor Vergne kan daarmee zeker een verschil worden gemaakt. “Kunnen we alle ontdekte problemen oplossen? Dat kan ik je niet vertellen. De resultaten gaan voor zich spreken. Maar mijn motivatie is groter dan ooit. Als je me vraagt waar ik de motivatie vandaan haal, dan is mijn antwoord: ‘Ik haat verliezen veel meer dan ik van winnen houd’. Ik wil gewoon niet meer verliezen.”
“We moeten wel realistisch zijn. De concurrentie is hevig. Die is niet met vakantie vertrokken en doet dan niks. We mogen ervan uitgaan dat de topteams sterker zullen zijn. Als we ze willen bijhalen en verslaan, dan moeten wij dubbel zo hard werken. Dat wordt niet eenvoudig. We zijn duidelijk de underdogs, maar als we ons constant verbeteren is dat geen slechte situatie”, aldus Vergne.
Vandoorne 'wil dit nooit meer meemaken'
Teamgenoot Stoffel Vandoorne stapte na het seizoen 2022 van het opgedoekte Mercedes-team over naar DS Penske, met het startnummer één als blijvende herinnering aan zijn net behaalde wereldtitel in de Formule E. In plaats van een serieuze kans op prolongatie van dat kampioenschap, was een vierde plek het ‘hoogtepunt’ van zijn seizoen. Slechts als elfde eindigde de voormalig F1-rijder van McLaren.
“Vorig seizoen was erg zwaar en niet iets dat ik nog een keer wil meemaken. Op die momenten dat het moeilijk is, is het gemakkelijk om naar elkaar te wijzen. Maar dat is niet waarvoor we hier zijn. We zijn hier om vooruitgang te boeken en verder te komen”, zegt Vandoorne. “Ik denk dat het belangrijk is om continuïteit te hebben. Voor mij was het het eerste jaar in het team. Ik denk dat het belangrijk is om daarop voort te bouwen. Ik heb nu een goede relatie opgebouwd met iedereen, met de engineers en alle nieuwe mensen in het team. Ik denk dat we vanaf hier gaan groeien.”