F1-commentator Viaplay bespuugd, bedreigd en thuis opgezocht
De FIA heeft al een poos een campagne die online haat tegen moet gaan, want veel F1-teams en coureurs hebben daarmee te maken. Maar daar blijft het niet bij: ook mensen in de media, die verslag doen van de Formule 1, zijn het mikpunt van online bedreigingen, zelfs fysiek geweld. Nelson Valkenburg, de commentator van Viaplay, heeft er helaas veel mee te maken.
Het is voor een kleine groep F1-liefhebbers de normaalste zaak van de wereld om - liefst online vanaf de eigen zolderkamer - alles wat Viaplay doet te bekritiseren; te schelden en de zender een faillissement toe te wensen. Sommigen gaan zelfs nóg verder, laat Valkenburg weten tijdens een openhartig interview aan het AD.
Valkenburg kreeg doodsbedreigingen
Een deel van de Max Verstappen-aanhang bleek - en blijkt - het niet te kunnen hebben dat Ziggo Sport de rechten van de F1 verloor aan Viaplay en het vertrouwde stemgeluid van Olav Mol uit de huiskamers verdween. Valkenburg was er op voorbereid dat er wel onvrede zou zijn, maar de vele doodsbedreigingen vielen hem uiterst zwaar.
“Op de eerste dag nadat bekend was geworden dat ik, na dertien jaar autosportcommentaar op tv, nu Formule 1 ging doen, had ik meer dan 50.000 directe berichten op Instagram, met heel bijzondere leuzen daarin. Bijvoorbeeld de belofte dat mijn stembanden zouden worden doorgesneden. Dan is het lastig om met plezier naar je eerste seizoen toe te leven, moeilijk om ontspannen te beginnen”, vertelt hij.
Krankzinnigen bespuwen en bezoeken Valkenburg thuis
Op internetfora ging zelfs zijn thuisadres rond, wat een onverlaat ertoe bracht om Valkenburg thuis op te zoeken: “Hij riep dat als ik een echte Nederlander was, ik zou stoppen met het werk. Toen hij uitgeschreeuwd was, ging hij weer weg.’’
Het bleef niet alleen bij dreigen: Valkenburg liep een keer met zijn vriend Sebastian achter de hoofdtribune van de Red Bull Ring - waarop veel oranjefans hadden plaatsgenomen. “Toen hoorde ik achter me iemand zeggen: ‘Godverdomme, het is ook nog een flikker.’ Ik draaide me om en werd in mijn gezicht gespuugd. Er was een technische man van ons bij, die werd heel giftig. Sebastian was in shock. Gek genoeg had het op mijzelf geen effect. Ik was toen al zo gewend aan de haat.”