Engineer Stallard: 'Wil de positieve stem voor Piastri zijn, geen demoon'
Als geen ander weet Tom Stallard (45) welke opofferingen er nodig zijn om de absolute top in de sport te bereiken. Als roeier werd hij wereldkampioen, veroverde de Brit olympisch zilver tijdens de Spelen van 2008 en bovendien won hij tweemaal de iconische bootrace tussen de universiteiten van Cambridge en Oxford. Na zijn pensioen ging Stallard aan de slag bij McLaren, waar hij momenteel de race-engineer van Oscar Piastri is.
Hij schrikt er zelf van. Als Stallard bezig is zichzelf voor te stellen, zegt hij tegen GPblog: “Ik ben hier al vijftien jaar, en het was behoorlijk schrikken dat dit een kwart van de historie van het team is.” Daarvoor stond zijn leven dus nagenoeg volledig in het teken van de roeisport. Van roeien naar Formule 1; dat is nogal een verschil.
“Ik hou dus heel erg van sporten. Ik ben altijd erg competitief geweest. Ik zeg vaak tegen mezelf dat dit niet zo is, maar eigenlijk hou ik van de ups en downs in de sport. Ik vind het mooi dat het contrast tussen succes en mislukking zó groot is. Ik vind het heerlijk als je aan de goede kant staat en je anderen het nakijken geeft. Ik heb daar altijd van genoten.”
Stallard geniet van de Formule 1-achtbaan
In zijn tijd als topsporter heeft ook Stallard te maken gehad met zowel voor- als tegenspoed. Die ervaringen helpen hem in zijn werk bij McLaren. “Het heeft me absoluut voorbereid op de ups en downs van werken in de Formule 1: in elk geval elke twee weken een race hebben; je verhouden tot de andere teams en vaak een resultaat halen waar je niet volledig gelukkig mee bent. Of op andere momenten superblij zijn met het resultaat dat je hebt bereikt. Genieten van de achtbaan, in plaats van een unheimisch gevoel krijgen van de pieken en dalen. Dat heeft [mijn sportcarrière] me geleerd”, vertelt de Brit.
In de racerij zijn er ook grote verschillen met het roeien. “Een van de verschillen is, vooral toen ik in het roeiteam [van Cambridge] kwam en internationaal ging roeien, dat het [in de roeisport] helemaal om de mensen draait. Vrijwel volledig negeer je het materiaal. Elk moment dat je met het materiaal bezig bent, is een afleiding van het team en hoe de mensen beter te maken.”
“In de Formule 1 is het vrijwel volledig andersom. De meest gehoorde kreet is dat wanneer je een auto hebt die goed genoeg is, je coureur goed genoeg zou zijn om te winnen. In mijn tijd in de Formule 1 is de sport enorm geëvolueerd. Ik vind het leuk daar onderdeel van te zijn; dat we nu in een veel betere positie verkeren om de coureurs te coachen en hen te helpen begrijpen hoe ze de auto beter tot hun dienst kunnen maken. Ik wil daar niet te veel eer voor claimen, omdat ik denk dat andere teams ook vooruitgang hebben geboekt. Niet alleen McLaren. Maar dat was cool.”
De psyche van Oscar Piastri
Stallard heeft weliswaar een technische achtergrond, hij vertelt altijd enorm gefascineerd te zijn geweest door de psychologie in de sport, naar wat topsporters écht drijft. “Een groot deel van mijn werk is momenteel het managen van de psychologie van Oscar - logisch natuurlijk - maar ook die van het team om hem heen. Alle neuzen in dezelfde richting houden en mensen dan in de juiste gemoedstoestand brengen om het beste uit een weekeinde te halen.”
De race-engineer is de stem in de helm van Piastri. Stallard heeft er goed over nagedacht hoe hij van toegevoegde waarde voor de Australiër kan zijn. Hij begeeft zich daarvoor eigenlijk in de psyche van de coureur. De Brit legt uit: “Wat gebeurt er als je denkt aan een bepaalde vraag? Allereerst ga je nadenken over het antwoord, en vervolgens ga je misschien om je heen kijken om zo te zien wat het antwoord kan zijn. En vervolgens kom je tot de conclusie dat je het antwoord niet weet en dus de vraag moet stellen. Dan moet je ook nog eens de vraag dusdanig formuleren, dat je het antwoord krijgt dat je nodig hebt.”
“Tussen het moment dat je je iets afvraagt tot het formuleren van een oplossing op de vraag, zit een lang proces. En gedurende dat proces denk je niet aan racen of het besturen van een auto. Je bedenkt niet of je in de volgende bocht een meter later of harder kan remmen. Je vergeet dat er een wind opstak in een bepaalde bocht. Maar dat zijn juist de gedachten die je wil bevorderen.”
“Dus de uitdaging van de race-engineer is te bedenken wat een coureur niet weet en hem die informatie te geven. Maar je mag niet vergeten dat elke keer dat je tegen hem praat, je hem afleidt. Maar als je niks zegt, leidt hij zichzelf af. Die balans beoordelen is de uitdaging van het zijn van de stem in zijn hoofd; je wil de positieve stem zijn, niet de demoon”, stelt Stallard.
Dit interview kwam mede tot stand dankzij Tim Kraaij.