Lola keert terug: dit was hun laatste, absurde avontuur in de Formule 1
Met de entree van Lola in de Formule E keert er een illustere naam in de top regionen van de autosport terug. IndyCar, Le Mans, Formula 1, Formula 3000, Formula 5000, A1GP en Touring Cars; in al deze series had het iconische, Britse merk meer óf wat minder succes. Denk aan coureurs als Alan Jones, John Surtees en Graham Hill, die in een ver verleden in Grands Prix reden met door Lola gebouwde bolides. Waarschijnlijk ligt bij veel F1-fans het laatste - treurige - hoofdstuk van Lola in de F1 verser in het geheugen.
Decennialang deed Lola waar het zeer goed in was: chassis ontwerpen voor Formule 1-teams. In het begin van de jaren negentig besloot het Britse bedrijf, in 1958 opgericht door Eric Broadley, dat het meer wilde: een eigen team in de belangrijkste autosportklasse. Het was in ‘94 dat Lola voor het eerst onder de eigen teamnaam het circuit opreed met een zelfontworpen wagen. Het doel was om deze voor 1995 in te schrijven in het wereldkampioenschap Formule 1. Probleem: de bolide voldeed op dat moment niet aan de technische reglementen, dus die droom vervloog snel.
MasterCard stelde hoge eisen aan Lola
Nog vervelender, er was geen grote sponsor die Lola van de nodige Britse ponden voorzag, om daarmee een volledig en duur seizoen in de Formule 1 te financieren. Toch gaven de Britten niet op. Lola bleef testen, de wagen ontwikkelen en uiteindelijk meldde zich een geldschieter: MasterCard. De creditcardmaatschappij zag het avontuur helemaal zitten en wilde direct haast maken. Terwijl Lola zich als doel had gesteld om in ‘98 met een zelf ontwikkeld chassis en eigen powerunit te starten, bleven de Amerikanen pushen dat al in 1997 de eerste Grand Prix gereden moest worden. Sterker nog, de doelstelling was direct een sterke middenmoter te zijn.
Totaal onvoorbereid verscheen MasterCard Lola in Australië 1997 met een oude Ford V8 (noodgedwongen) aan de start, met Vincenzo Sospiri en Ricardo Rosset als de beide coureurs. In de vrije training leek het Britse team op het eerste gezicht geen modderfiguur te slaan. De achterstand op Minardi - weliswaar al jaren achterin het veld te vinden - was amper een paar tienden. Klein detail: Minardi was bezig met long runs, terwijl MasterCard Lola met weinig benzine aan boord en met verse banden simulaties van de kwalificatie deed.
Blamage in de kwalificatie
Daarin kwam polesitter Jacques Villeneuve tot een knappe tijd van 1:29,3. Sospiri was de snelste van de twee Lola’s, maar zijn tijd was liefst elf seconden langzamer dan die van de Canadees. Daarmee zat hij vijf seconden boven de 107%-regel, waarmee je moet aantonen goed genoeg te zijn voor de Grand Prix op zondag. De Braziliaan Rosset was zelfs nog twee seconden langzamer dan zijn teamgenoot. Was dit wellicht een incident? Nee, zo bleek weinig later tijdens een test op Silverstone. Ditmaal waren de Lola’s negen seconden langzamer dan de beste teams.
Mastercard, dat voor de Grands Prix haar belangrijkste zakenrelaties had uitgenodigd, voelde zich volkomen voor schut gezet. Hoewel de creditcardmaatschappij zelf - tegen alle adviezen in - de entree van Lola in ‘97 had doorgedrukt, was het bedrijf zo boos over de resultaten dat het zich terugtrok als sponsor. Zonder sponsor, geen geld, dus geen F1-team. Voordat de tweede Grand Prix van het seizoen in Brazilië verreden werd, trok Lola alweer de stekker uit het F1-programma.
De trieste cijfers: één Grand Prix-weekeinde present, nul keer gestart aan een daadwerkelijke race. Rosset kwam - onder andere als ploeggenoot van Jos Verstappen - met Footwork en Tyrell uiteindelijk tot 26 Grands Prix. Sospiri reed nooit een Grand Prix. Het enige wapenfeit in de F1 was voor hem dat ene weekend in Australië.
De vraag die voor altijd is blijven hangen: wat was er gebeurd als MasterCard indertijd niet had doorgedrukt dat Lola al in 1997 moest starten, en er wel was gewacht tot 18?