F1 Nieuws
Gewilde Antonelli onder enorme druk: 'Moet hij mee leren omgaan'
Inmiddels is het niet meer de vraag of, maar wanneer Andrea Kimi Antonelli zijn debuut maakt in de Formule 1. Lang werd aangenomen dat de Italiaan mogelijk in ‘25 voor Mercedes zou debuteren als vervanger van Lewis Hamilton, sinds vrijdag is duidelijk dat Williams hem op de korrel heeft als mogelijke vervanger van de tegenvallende Logan Sargeant. Eén klein probleem: Antonelli is nog niet in het bezit van een superlicentie.
In principe kan Antonelli die pas krijgen zodra hij achttien jaar oud is, wat op 25 augustus aanstaande gebeurt. Williams heeft echter een verzoek ingediend bij de FIA voor dispensatie, om Antonelli wellicht al eerder de kans te kunnen geven. Gezien de vele geledingen die allereerst akkoord moeten gaan met zo’n verzoek - als het al gebeurt - is een besluit pas over enkele weken te verwachten, in elk geval niet voor de Grand Prix van Emilia Romagna.
Antonelli voorlopig in Formule 2
In Imola zal Antonelli dus nog ‘gewoon’ uitkomen in de Formule 2, de opstapklasse waarin hij vanaf de allereerste dag onder een vergrootglas ligt. Aan de ene kant betekent dat extra druk voor Antonelli, maar daardoor is er ook volop aandacht voor de serie als geheel. Bruno Michel, de CEO van de Formule 2, is dan ook blij met de aanwezigheid van de jongeling.
“Het is altijd goed als er coureurs zijn waar een enorme hype omheen is en mensen naar kijken”, zegt Michel. “Hij is duidelijk een talent, daarover bestaat geen twijfel. Maar ik denk ook dat het voor een rijder belangrijk is om zichzelf te kunnen ontwikkelen, zonder extra externe druk. Dit is niet Formule 1, maar de druk is nog steeds enorm. Dus ja, Kimi moet daarmee omgaan.”
“Aan de ene kant is dat goed en aan de andere kant is er dus die extra druk. Dat hoort bij zijn leerproces. Soms hoop je dat men hem een beetje meer vergeet, maar dat is niet zo. Dit hoort erbij en hij moet ermee omgaan. Als hij dat op de juiste manier kan doen, dan is dat een goede zaak. Dat gaat hem echt helpen in de toekomst”, meent Michel.