De Formule 2 overbodig? De CEO van de klasse is het daar niet mee eens

Interview

bruno michel over belang f2 en doorgroeien naar de formule 1

Kimi Antonelli en Oliver Bearman zouden zomaar de volgende twee coureurs kunnen zijn die vanuit de Formule 2 weten door te stoten naar de Formule 1. Tegenwoordig zijn de Italiaan en de Brit een uitzondering, want het lijkt steeds lastiger te worden voor talenten om de koningsklasse van de Formule 1 te bereiken. Als rijders de overstap maken van F2 naar de F1, is dat ook geregeld omdat ze een flinke zak sponsorgeld meebrengen, zoals in het geval van Guanyu Zhou en Logan Sargeant

Met tien teams op de F1-grid en de enorme belangen - waardoor eerder wordt gekozen voor een routinier dan een jongeling die volop in een leerproces zit - kan je je afvragen of de F2 en F3 wellicht meer moet doen om een plek voor de jonge rijders in de Formule 1 te vinden. Bruno Michel, de CEO van F2 en F3, zegt tegen onder andere GPblog daarover: “Wel, één van de voornaamste taken van onze categorieën is om rijders voor te bereiden op de F1, en we doen ons best om dat te doen met de auto’s waarmee ze rijden en de circuits waarop ze actief zijn, want ze rijden altijd in hetzelfde weekeinde als de F1.”

“Alle systemen die we gebruiken, zijn in F2 hetzelfde als in de F1; zoals de DRS en de marketing. Alles wat we doen is om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op de Formule 1. En als je kijkt naar het weekeinde in Jeddah, naar wat Oliver Bearman deed [als invaller bij Ferrari], dan vormt dat het bewijs dat wat we doen werkt. Voor hem, maar ook voor ons”, aldus Michel.

Michel blij met vrije trainingen voor rookies

De Fransman wijst vervolgens op de ontwikkeling van Oscar Piastri, die (na een jaar aan de zijlijn) bij McLaren indruk maakt. En naar hoe George Russell en Lando Norris tot aansprekende F1-coureurs zijn uitgegroeid. “De Formule 1 doet ook al veel. Ze hebben nu die tests [in VT1’s], die we eerst niet hadden. De halve F2-grid behoort tot een F1 academie. Dus de link tussen F1 en F2 is enorm versterkt. Uiteindelijk hangt het toch van de coureurs af en de omgeving waarin ze zich begeven, of ze succesvol gaan zijn in de Formule 1.”

Toch blijft het een feit dat er weinig plekken in de F1 beschikbaar zijn voor jonge talenten. Zo zochten de twee laatste kampioenen in F2 noodgedwongen hun heil in een andere klasse. Felipe Drugovich rijdt de European Le Mans series, terwijl Théo Pourchaire is uitgeweken naar IndyCar. Michel vindt het een ‘goede zaak’ dat talenten niet langer oneindig op de F1 blijven wachten en hun horizon verbreden.

“Er zijn twintig stoeltjes in de Formule 1. In sommige jaren zijn er nul zitjes beschikbaar, wat de afgelopen twee seizoenen gebeurde. Dus ik ben blij dat er een andere route is om professioneel coureur te worden, als er geen plek in de Formule 1 is. En voor diegenen die momenteel in F2 rijden, is het fijn dat ze kunnen testen in andere klassen [zoals Formule E], want dat is een goede manier om tijd op de baan te krijgen. Dat andere klassen onze rijders testen, is een teken dat wij het goed doen.”