Buitenkans voor LMP2-debutant Catsburg: ‘Ik wil gewoon Le Mans winnen!’
Toen Nicky Catsburg eind vorig jaar bekendmaakte het World Endurance Championship (WEC) te verruilen voor de Amerikaanse tegenhanger IMSA, wist hij dat een iconische race aan zijn neus voorbijging: de 24 uur van Le Mans. “Zeg nooit nooit, maar ik ga er niet vanuit”, stelde de winnaar in GT-klasse van ‘23 indertijd in gesprek met GPblog. Toch prijkt zijn naam komend weekeinde op de deelnemerslijst van Le Mans. Niet bij de GT’s, maar in de LMP2-klasse. Een buitenkans deed zich voor en Catsburg grijpt die met beide handen aan.
“Inderdaad, zeg nooit nooit”, lacht Catsburg, die kortgeleden de kans kreeg om bij Algarve Pro Racing in te stappen. “Het is natuurlijk wel een uitdaging, omdat ik iets als dit lange tijd niet heb gedaan en er over het algemeen weinig ervaring mee heb. Maar je zegt geen ‘nee’ tegen deelname aan Le Mans. Ik kijk er enorm naar uit. We hebben met de auto getest en dat ging hartstikke goed.”
LMP2-auto's en Catsburg alleen in Le Mans
Ooit was het de bedoeling dat LMP2-wagens een goedkoper alternatief waren voor de LMP1-auto’s van de fabrikanten in WEC. In werkelijkheid werd het een klasse voor privé-teams. Met inmiddels de hypercars als vervangers van de LMP1 en de vele fabrikanten die in WEC aanwezig zijn, is er gedurende het seizoen geen plek voor LMP2-auto’s op de overvol geraakte grid. Deze LMP2-auto’s vormen tegenwoordig de hoofdattractie van de European Le Mans Series en ze rijden in IMSA mee; in het WEC mogen ze wel meedoen aan Le Mans.
Het team dat afgelopen seizoen de zege pakte in de LMP2-klasse in Le Mans kwam dus bij Catsburg uit, een coureur die zijn sporen heeft verdiend in de GT’s. Een LMP2-bolide is totaal anders dan een GT-wagen, dus dat is even wennen. “Zeer zeker. Een LMP2 heeft natuurlijk veel meer downforce. Ik denk momenteel dat het auto's zijn met de meeste downforce in Le Mans. Dus, ja, dat is wel anders. Uiteindelijk blijft het een stuur en vier wielen. Dus de basis is natuurlijk gewoon hetzelfde.”
“Mechanisch zijn ze niet zo heel sterk. Dus op lage snelheid is het allemaal niet zo heel bijzonder. Op hoge snelheid zijn ze heel dynamisch, zijn ze super sterk. Dus in de laatste sector ga je veel harder dan je gewend bent. En daar moet je je even aan aanpassen. Maar dat gaat relatief snel. Je bent relatief snel competitief. Natuurlijk, je zal altijd een achterstand hebben op de jongens die leven in zo'n auto. Die zeg maar iedere week met zo’n auto rijden. Maar extreem langzaam ben je niet hoor.”
Catsburg onder een vergrootglas?
Dus krijgt Catsburg in Le Mans een geweldige kans. Eentje waar hij tot voor kort helemaal niet aan dacht. In het eerder genoemde interview met GPblog stelde de Nederlander ook dat een overstap naar de hypercars niet een doel was, mede omdat hij dan onder een vergrootglas zou komen te liggen. Terugkijkend zegt Catsburg daarover: “Als je in een hypercar rijdt, dan rij je in de topklasse. Dan lig je onder een vergrootglas, want je zit bij een fabrikant.”
“In LMP2 zijn er geen fabrikanten, iedereen rijdt met dezelfde spullen. Dat is wel anders dan bij de hypercars. Maar ja, het blijft een nieuwe uitdaging. Er zullen allicht mensen zijn die daar op me gaan letten. ‘Hoe doet die GT-meneer het in een LMP2 auto? Dus het blijft spannend en uitdagend. Je denkt er vooraf wel over na: ‘Moet ik dit wel doen?’ En toen kwam ik al snel tot de conclusie dat ik het zeker moest doen.”
Catsburg heeft duidelijk doel voor Le Mans
Catsburg gaat niet alleen meedoen, zijn ambities zijn torenhoog. “Dat vind ik moeilijk in te schatten,” zegt hij eerst over de doelstelling. Dan: “Het blijft een mechanische sport. Dus er kan van alles gebeuren. Mijn teamgenoten hebben vorig jaar gewonnen en het doel is absoluut winnen. Ik denk niet dat het onrealistisch is. Al zijn er in onze klasse ontzettend sterke line-ups."
In Amerika - waar Catsburg het geweldig naar zijn zin heeft - is LMP2 in IMSA nog actief, en in Europa dus in de European Le Mans Series. Ongetwijfeld staan er teams bij hem op de stoep als Catsburg het uitmuntend doet in Le Mans. Zelf houdt hij een behoorlijke slag om de arm als hij het heeft over een volledige overstap van GT naar LMP2.
“Het ‘probleem’ van LMP2 is dat er geen fabrikanten zijn, dus er is weinig geld. Als prof moet je dan een deal maken met een privé-team, dat bereid moet zijn je salaris te betalen. In de GT is dat bij een fabrikant veel eenvoudiger. Dus hoe leuk het ook is, het is niet realistisch. Dan zou je toch bij de hypercars uitkomen. Nogmaals, me in de kijker rijden is niet het doel op zich. Niet dat ik denk: ‘Ik ga mezelf nu bewijzen’. Coureurs die dat doen, pushen te veel en crashen. Voorbeelden genoeg vorig jaar. Die waren te zeer bezig met zichzelf profileren dan het winnen van de race. Maar ik wil gewoon die race winnen!”