Verstappen schat winkansen in tegen Norris: 'Dat is de kans, geen garantie'
- Jarlo van der Vloed
Het Formule 1-seizoen van 2024 bereikt langzaam zijn climax. Lando Norris heeft over het algemeen de betere wagen, Max Verstappen heeft de voorsprong in het rijderskampioenschap. Sommigen denken dat de Nederlander het gaat redden, anderen zijn van mening dat Norris zijn achterstand op de titelverdediger wél goed gaat maken. Maar wat denkt Verstappen eigenlijk zelf? De Red Bull Racing-coureur schatte voorafgaand aan het raceweekend in de Verenigde Staten zijn eigen kansen in voor het winnen van het rijderskampioenschap.
Nog zes raceweekenden te gaan en nog 180 punten te verdienen dit seizoen. Wil Norris zijn eerste rijderskampioenschap in de wacht slepen, zal hij gemiddeld negen punten per raceweekend goed moeten maken op Verstappen. Als we kijken naar de afgelopen raceweekenden, is Norris sinds de GP van Miami in feite slechts één punt ingelopen.
Verstappen: "Niets is gegarandeerd van beide kanten"
De voor hem ‘positieve’ voortekens zeggen echter niet veel volgens Verstappen. Voorafgaand aan de GP van de Verenigde Staten wilde Verstappen niets weten van een favorietenrol in het kampioenschap. “Het is een 50-50 kans. Ik bedoel, ik weet het niet. Er is veel dat goed of fout kan gaan in die zes races, plus sprintraces. Dus niets is gegarandeerd van beide kanten. We zullen zien. Ik denk liever niet te veel vooruit en leef echt van weekend tot weekend," aldus Verstappen.
Verstappen houdt zich dus liever niet te veel bezig met de lange termijn. Dit is volgens de drievoudig wereldkampioen belangrijk: “Ik denk er liever niet te veel over na. Zoals ik al zei, ik leef gewoon van raceweekend naar raceweekend, omdat je anders alleen maar onnodige gedachten in je hoofd stopt, wat ook weer energie kost en die wil ik niet verspillen.”
Ook Charles Leclerc kan op papier nog het rijderskampioenschap winnen. De Monegask heeft een achterstand van 86 punten op de Nederlander. Of de Ferrari-coureur nog deel uitmaakt van het titelgevecht? Dat liet Verstappen met een kort maar krachtig antwoord weten: "Nee, niet echt."