Promotor Monaco schetst doemscenario voor Europese races, heeft hij gelijk?
De Grand Prix van Monaco blijft tot minimaal 2031 op de F1-kalender staan, zo werd vorige week bekend. In het prinsdom zijn ze daar erg content mee, vooral omdat de Europese GP's onder druk staan. Of in ieder geval: Zullen komen te staan. Dat meldt in elk geval Michel Boeri, de president van Automobile Club de Monaco.
Boeri stelt in een interview met Monaco Info namelijk dat Liberty Media van plan is om de komende jaren steeds meer races te organiseren buiten Europa. Doordat de huidige kalender al 24 weekenden telt, betekent dat er Europese weekeindes geschrapt worden en/of dat promotors zullen moeten gaan afwisselen.
“Vergeleken met de andere Europese Grand Prix hebben we een paar kleine voordelen, maar bovenal hoeven we niet af te wisselen", aldus de president van de Monaco GP. "We zullen elk jaar op de kalender staan, terwijl niet alleen veel Europese Grand Prix zullen verdwijnen, maar ook degenen die overblijven vaak zullen afwisselen. Ik denk dat er met de huidige vraag naar Formule 1 misschien nog maar twee of drie Grand Prix in Europa overblijven, en dat de interesse zich verplaatst naar China en de andere continenten."
Zit er een kern van waarheid in?
Op dit moment worden er 10 van de 24 races in Europa verreden. In andere landen is vaak meer geld en dat is iets waar Liberty Media als eigenaar van de Formule 1 wel happig op is. Circuits als Zandvoort, Spa-Francorchamps en Imola hebben niet zomaar tientallen miljoenen euro's extra liggen om te wedijveren met promotors uit bijvoorbeeld Azië.
Aan de andere kant hebben veel organisatoren en dus circuits een langlopend contract met de koningsklasse van de autosport. Oostenrijk (2030), Hongarije (2032) en Spanje (2035) liggen voorlopig vast.
Stevige onderhandelingen
Boeri onthulde verder dat de verlenging van het contract van Monaco een ingewikkeld proces is geweest, door meningsverschillen met Stefano Domenicali en veel bureaucratie: “De onderhandelingen hebben minstens zes maanden geduurd. Het probleem was dat zodra we een mondeling akkoord hadden, we het moesten afronden met een contract van 60-70 pagina's, opgesteld door Amerikaanse advocaten, zonder foutmarge, dus we moesten voorzichtig zijn. Het was een juridisch gevecht en soms botsten we misschien met Domenicali, die andere belangen verdedigde dan ik en vice versa."