Waarom Richard Verschoor van onschatbare waarde is voor de Formule 2
Richard Verschoor start in 2025 aan zijn vijfde seizoen in de Formule 2. Een ongekend aantal, want meestal zijn (jonge) coureurs twee, maximaal drie jaar in de opstapklasse naar de Formule 1 actief, waarna ze vertrekken naar een andere serie. Verschoor dus niet, zoals mannen als Artem Markelov en Ralph Boschung hem voorgingen. Bruno Michel, de CEO van de Formule 2, is juist blij met coureurs als Verschoor, zo stelt hij na een vraag van GPblog.
De kampioen van de Formule 2 kan zijn titel nooit verdedigen. Win je het kampioenschap, dan mag je niet meer deelnemen aan een volgend seizoen. Voor de rest van de grid geldt dit niet. Zo kan het voorkomen dat een coureur vele jaren in de F2 actief is, zoals Verschoor dus. Met het Nederlandse MP Motorsport gaat hij in 2025 op jacht naar de titel.
Ervaren coureurs belangrijk voor Formule 2
Bruno Michel, de drijvende kracht achter de F2, begrijpt waarom wordt gevraagd of er geen maximumtermijn in zijn klasse bestaat? “We zijn onderdeel van de piramide, zeker. Dus normaliter ga je tot het einde, of je gaat iets anders doen. Aan de andere kant hebben we 22 auto's. Niet alle coureurs gaan naar de Formule 1. Dat weten we. We zijn erg blij, want dit jaar zullen er heel veel van hen naar toe gaan, maar het zal niet elk seizoen hetzelfde zijn.”
“En ik ben heel blij om coureurs met coureurs die we in het verleden hadden, een aantal rijders die net zoveel races hebben gereden als Richard volgend jaar gaat doen. We hadden Ralph Boschung die, denk ik, vier of vijf jaar in de F2 heeft doorgebracht. Ik zie daar geen probleem in. Ik zou een probleem zien als die jongens plaatsen innemen van echt briljante talenten, die een plek omhoog moeten krijgen.”
Sterker nog, zo stelt Michel: “Ik denk dat het heel belangrijk is voor jonge coureurs die de Formule 1 willen bereiken, om ook met dit soort coureurs en hun ervaring te vechten, omdat dat het precies aangeeft op welk niveau ze zich bevinden, als ze racen tegen een coureur als Richard.”