Racing Point jaloers op hypermoderne testbank Red Bull: "Zijn voor fabrieksteams"
- Richard Verweij
Een vloekende en schelden Max Verstappen over de boordradio omdat zijn RB15 de geest geeft? In 2019 hebben we die nog niet gehoord. Motorfabrikant Honda krijgt daar credit voor (aangezien Renault voorheen vaak de schuldige was), maar de auto zelf is ook een stuk sterker. Allemaal dankzij een hypermoderne testbank in Milton Keynes.
“De betrouwbaarheid opkrikken was een overduidelijk doel voor onze ingenieurs”, moppert Helmut Marko bij het Duitse Auto Motor und Sport. “De afgelopen jaren bezorgde onze betrouwbaarheid ons nog geregeld uitvalbeurten.”
Een blik op de cijfers en het is duidelijk wat Marko bedoelt: De enige DNF veroorzaakt door een technisch mankement, was die van Pierre Gasly in Baku. De aandrijfas van zijn RB15 gaf de geest. Maar niet alleen Red Bull heeft de betrouwbaarheid flink opgekrikt, ook de andere topteams en een deel van het middenveld heeft nog geen mechanische problemen ondervonden. In het geval van Red Bull is wel duidelijker te achterhalen waar de verbetering vandaan komt.
Allereerst de samenwerking met Honda. De motorfabrikant heeft zelf testbanken en levert alleen motoren aan Red Bull en Toro Rosso. “En die banken zijn niet alleen voor krachtbronnen”, onthult Red Bull-teambaas Christian Horner. “Ze kunnen daar ook tal van andere onderdelen testen.”
Een ander bijkomend voordeel van de samenwerking met Honda, is het hebben van één brandstofleverancier: ExxonMobil. Waar die voorheen achteraan in de rij bij Renault moest gaan staan (de Fransen gebruikten, net als McLaren, BP/Castrol), is dat nu een geoliede machine waar de communicatie soepeler verloopt.
Het paradepaardje van Red Bull? De zogenaamde VTT-testbank in Milton Keynes. De volledige auto kan, inclusief alle componenten, getest worden. Op elk circuit, onder elke weersomstandigheid. Eén van de grootste voordelen van de testbank is de directe aansluiting op de simulator. Draait Verstappen door een bepaalde bocht in de simulator, dat wordt dat 1-op-1 vertaald op de testbank.
Het kost wel wat: Een slordige vijftien miljoen euro. Renault heeft interesse in de machine, de andere teams kunnen er alleen van dromen. Zo ook Racing Point. “Dergelijke testbanken geven een gigantisch voordeel, maar ze zullen altijd exclusief door fabrieksteams worden gebruikt. Voor ons heeft het dus geen enkele zin om er eentje te kopen: We zouden niet genoeg motoren hebben om ze daarop te testen”, treurt technisch directeur Andy Green.