Eerste meters op een circuit tijdens raceweekend 'saaier' geworden voor Verstappen
Het is geen geheim dat Max Verstappen leeft om te racen. Na afloop van een Grand Prix springt hij thuis vaak alweer in de simulator. Toch kijkt de Nederlander niet meer speciaal uit naar de eerste vrije training van een raceweekend.
In gesprek met Grand Prix Radio blikt Verstappen terug op de races van het afgelopen seizoen, waaronder de Grand Prix van Baku. Interviewer Olav Mol is er geen groot fan van, maar de coureur van Red Bull ziet de charme wel in van het stratencircuit.
“De sport moet daar gewoon nog een beetje groeien. Het circuit heeft altijd voor spektakel geleverd, daar heb ik ook aan meegeholpen”, grapt de Nederlander over zijn incident met teamgenoot Daniel Ricciardo in 2018. Verstappen blijft alleen niet lang over dat soort momenten nadenken als hij arriveert bij een circuit. “Ik denk meteen aan het rondje dat ik moet gaan rijden. Waar liggen de kansen, waar moet ik remmen in de eerste ronde, dat soort dingen.”
Het eerste moment tijdens een raceweekend dat een coureur echt in de auto kan stappen is tijdens de eerste vrije training op vrijdag. Verstappen kijkt er alleen niet meer speciaal naar uit, in tegenstelling tot zijn eerste paar seizoenen in de sport. “Over de jaren heen is het wel wat saaier geworden. Het is een normale procedure geworden. Je moet gewoon aan de setup werken en zorgen dat je alles klaar hebt, want over het algemeen is de tweede vrije training het belangrijkste”, concludeert de Nederlander.