Waarom Red Bull met jonge talenten voor de Japanse route kiest
Red Bull kondigde vandaag aan dat het hun grote talent Juri Vips het komende jaar in de Japanse Super Formula laat rijden. Daarmee treedt hij in de voetsporen van Pierre Gasly, Dan Ticktum en Patricio O’Ward, allemaal Red Bull talenten. Vanwaar deze hernieuwde interesse voor het Japanse kampioenschap?
In het begin van de jaren 90 heette het Super Formula kampioenschap nog het All-Japan Formule 3000 kampioenschap waarmee het in naam al aangaf dat het een zijtak was van het internationale Formule 3000 kampioenschap. De overstap was dus makkelijk gemaakt en in de loop van dat decennium groeide het kampioenschap uit toe een serieuze opstapklasse voor de Formule 1. Eddie Irvine was één van de eerste coureurs die deze stap maakte.
Vanaf 1996 ging het kampioenschap weliswaar door het leven als de Formule Nippon, maar het trok alsnog bekende namen aan. Ralf Schumacher en Pedro de la Rosa werden kampioen en reden allebei een jaar later Formule 1. Ralph Firman zou een paar jaar later hetzelfde doen.
Aan het begin van deze eeuw nam de populariteit van dit kampioenschap als alternatief voor de GP2 echter af en werd het weer een klasse waar eigenlijk alleen Japanners en een enkele Formule 1-veteraan (Heikki Kovalainen) aan meededen. De afgelopen jaren heeft Red Bull deze klasse dus herontdekt, maar waarom?
Aanpassingsvermogen
Op het eerste gezicht is het natuurlijk geen logische keuze dat je als voorbereiding op de Formule 1 in een klasse gaat rijden waar alleen Suzuka ook door de Formule 1 bezocht wordt. De overige circuits zijn voor de meeste Europese rijders onbekend terrein en zullen daar ook nooit meer komen als zij eenmaal de Formule 1 bereikt hebben.
Dit geeft Red Bull echter de mogelijkheid om de pure snelheid van een talent te testen. Als een coureur meteen met de besten meekan op een circuit wat hij tot dat moment nooit eerder heeft gezien, is dat meestal een teken dat de coureur in kwestie over veel natuurlijke aanleg beschikt.
Meer ervaren tegenstanders
Voor veel Japanse coureurs is de Super Formula de hoogst haalbare klasse in de autosport. Omdat de teams die hier rijden vaak worden ondersteund door de fabrikanten, kan je hier als coureur ook nog een aardige boterham verdienen. Hierdoor is het heel gebruikelijk dat zowel Japans talent als enkele buitenlanders vele jaren in de Super Formula actief zijn. Zo heeft André Lotteren, die nu Formule E rijdt, maar liefst vijftien jaar in deze klasse rondgereden.
De tegenstanders waar een Red Bull talent als Juri Vips het tegen moet opnemen, hebben dus een gigantische voorsprong als het gaat om ervaring op de Japanse circuits en de Super Formula auto’s. Als Vips in staat is om deze ervaren rotten te verslaan, zegt dat misschien meer dan kampioen worden in een Formule 2-veld waarvan je nog niet weet hoe goed ze zijn. Omdat de tegenstand in Japan jaar in jaar uit redelijk hetzelfde blijft, kun je de verschillende jonge talenten dus beter met elkaar vergelijken.
De snelste auto’s na de Formule 1
De Formule 2 mag dan de officiële opstapklasse voor de Formule 1 zijn, Super Formula is na de Formule 1 de snelste raceklasse ter wereld. De Super Formula auto’s hebben iets minder vermogen, maar zijn lichter en hebben een chassis dat behoorlijk wat meer neerwaartse druk genereert. De bochtensnelheden zijn daardoor enorm. Op een circuit als Suzuka is de klasse maar acht seconden langzamer dan het pole rondje in de Formule 1.
De Honda-connectie
Door de connectie die Red Bull in de Formule 1 nu met Honda heeft, is het aannemelijk dat Red Bull hun fabrikant een wederdienst bewijst door hun talenten in een Japans kampioenschap (met Honda-motoren) te laten rijden.