Veiligheid in de F1: De impact van Imola '94
- Daniel de Ruiter
In het weekend van precies 26 jaar geleden voltrokken zich meerdere dramatische crashes op het circuit van Imola. Eerst crashte Rubens Barrichello op de vrijdag. De dag erna belandde Roland Ratzenberger in een dramatische crash. En op de laatste dag van het weekend, de eerste van mei, overleed racelegende Ayrton Senna. Wat veranderde er nadien?
Vorig jaar werd tijdens de Grand Prix van Spanje het tragische weekend in Imola dat toen 25 jaar geleden was gebeurd volop herdacht. Zowel Roland Ratzenberger als Ayrton Senna werden geëerd met standbeelden en plechtige ceremonies. Dit jaar herdenken we de twee overleden coureurs opnieuw. Alleen doen we dat niet op de baan maar vanuit huis.
Het weekend dat omschreven kan worden als het meeste tragische weekend dat de F1 ooit heeft meegemaakt, heeft de F1-wereld op haar grondvesten doen schudden. Hoewel coureurs al jaren aangaven dat de sport veiliger kon worden en moest worden werden na de derde ronde van het kampioenschap van 1994 pas echt de ogen geopend.
Ommezwaai na Imola 1994
Niki Lauda was een goed voorbeeld van een coureur die al langere tijd streed voor meer veiligheid in de sport tijdens de jaren tachtig en negentig. Hier werd mondjesmaat naar geluisterd en de organisatie dacht mee om de auto’s wat langzamer en veiliger te maken.
De maatregelen die werden getroffen vlak voor 1994 lagen vooral het Williams-team nogal in de weg. Hedendaags is het haast niet meer te bedenken maar Williams liep in de jaren tachtig voor op de concurrentie. Williams wist goed nieuwe systemen als ABS, Traction Control en actieve wielophanging te bedenken of te gebruiken.
De organisatie stelde een verbod in op dergelijke foefjes voorafgaand aan het seizoen van 1994 om de auto’s zo langzamer te maken en de kosten van ontwikkeling van de bolides laag te houden. Het ingrijpen in de veiligheid bleek na het weekend in Imola niet genoeg te zijn.
Te laat voor Ratzenberger en Senna
De ogen waren wijd geopend na het tragische verlies van de twee F1-coureurs. Razendsnel werd er in het seizoen van 1994 streng op aangestuurd dat de teams hun auto’s minder snel maakten. Er kwamen nieuwe regels om de downforce niveaus te verlagen: Verschillende vleugels moesten worden aangepast en de luchtstroming naar de motor moest verminderd worden. Dit allemaal om de snelheid van de bolides in de bochten te reduceren.
In juli van het zelfde jaar volgde nog een maatregel. Deze maatregel is vandaag de dag nog steeds van kracht binnen de koningsklasse van de motorsport. Vanaf de GP van Duitsland werd het verplicht om een plank op de vloer te bevestigen waardoor de rijhoogte van de wagens beter te controleren was. Deze planken mochten slechts 1 millimeter slijten. Als de plank meer was gesleten dan stond je auto te laag afgesteld.
De razendsnelle veranderingen die binnen het seizoen werden doorgevoerd werden niet allemaal zonder kritiek ontvangen. De teams waren het er grotendeels wel mee eens met het oog op het doel de veiligheid te verbeteren. Men dacht echter dat overhaaste beslissingen wel eens konden zorgen voor mindere betrouwbaarheid van overige onderdelen.
Nog altijd gevaar
Na de ingrijpende veranderingen die in gang waren gezet door het gitzwarte weekend in 1994 is de Formule 1 alleen maar meer blijven focussen op veiligheid. Zo nam wedstrijdleider Charlie Whiting geruim twintig jaar sinds 1997 het voortouw op dit gebied. Er kan gezegd worden dat er zeer grote stappen zijn gezet wat betreft veiligheid.
In de vroege jaren van de sport overleed er haast ieder seizoen wel een coureur door een heftige crash. Hoewel dit gelukkig minder is geworden blijft de sport nog bijzonder gevaarlijk. In 2015 overleed de F1-coureur en peetvader van Charles Leclerc door een zware crash in Japan. In de Formule 2 vond er in 2019 nog een crash plaats met een dodelijk slachtoffer tot gevolg. Anthoine Hubert verongelukte bij het uitkomen van Eau Rouge op het Spa Francorchamps-circuit.