Op bezoek bij een vergeten Formule 1 circuit: Reims-Gueux
De Formule 1 heeft in de afgelopen decennia veel landen en circuits aan gedaan. Sommige circuits staan al jaren op de kalender, sommige komen erbij en verdwijnen na verloop van tijd weer. Wereldwijd is er genoeg keuze om naartoe te gaan en ook al komt de Formule 1 er niet, dan worden circuits veelvuldig voor andere doeleinden gebruikt. Er zijn echter ook circuits die in verval en in de vergetelheid raken. Het circuit van Reims-Gueux in Frankrijk is zo’n circuit en GPblog bezocht deze locatie.
Sinds 1926
Het circuit is ten noordoosten van Parijs gelegen en hoewel de term ‘circuit’ lekker klinkt, is daar anno 2020 nauwelijks nog sprake van. De baan, altijd al een stratencircuit geweest, werd in 1926 aangelegd en is het makkelijkste te omschrijven als een verkapte driehoek waarop geracet werd. In die tijd voor de Tweede Wereldoorlog was er echter nog geen Formule 1, maar wel werd er veelvuldig op geracet met andere autosporten. Het stratencircuit kreeg in 1950 de primeur om de eerste Grand Prix van Frankrijk te mogen organiseren daar waar het de twee voorgaande jaren ook al de Formule 1 ontving, zij het officieus.
Sinds het debuut van het circuit op de officiële Formule 1 kalender is er nadien nog een aantal keren een race verreden. Sterker nog, het maakte vrij lang deel uit van de officiële kalender, tot 1966 om precies te zijn. Tussendoor maakte de Formule 1 wel wat uitstapjes naar Rouen les Essarts en Clermont-Ferrand, dus het wisselde elkaar een beetje af. Sinds 1966 is er echter geen Grand Prix meer op het stratencircuit verreden en gezien dat al zo lang geleden is, is het circuit tegenwoordig bij weinig nieuwe fans bekend. Toch is het wel een interessant circuit met een mooie historie, die nog steeds tastbaar is.
In gebruik geweest tot 1972
Het stratencircuit van Reims-Gueux is uiteindelijk tot 1972 gebruikt voor andere raceklassen, maar het was nogal een gevaarlijke aangelegenheid. Zodoende werd besloten om het gebruik stop te zetten en dus waren ook alle voorzieningen – toen redelijk verouderd – overbodig aan het worden. De sloop werd ingezet, maar voordat alles daadwerkelijk verdwenen was, werd er een stokje voor verdere destructie gestoken. Het resultaat is dat een gedeelte van de pits, de tribunes en gebouwen achter de pits nog steeds aanwezig zijn, inclusief een enorm stalen bouwwerk ter behoeve van reclame.
Ondanks het behoud van de constructies heeft het er jarenlang gestaan zonder dat het aandacht kreeg. De bewoners van Reims en ander doorgaand verkeer passeren ook vandaag de dag de bouwwerken nog, maar nu verkeert het allemaal in een iets betere staat. Daarnaast zijn andere plannen om het plat te gooien door de jaren heen tegengehouden, deels dankzij een stichting die zich inzet voor het behoud van het geheel. Voor de één is het iets wat weg mag, de ander wil het stukje historie binnen de autosport graag bewaren en dat is ze goed recht. Zeker met de juiste aandacht die het tegenwoordig krijgt, waardoor het er allemaal wat mooier uitziet.
Restauratie van de pits en bijgebouwen
De stichting die zich inzet voor het behoud van de gebouwen heeft eerder verdere sloopwerken kunnen voorkomen. Ook hebben ze jaren na 1972 de volledige begroeiing weer weggehaald om het in voormalige glorie te herstellen. Pakweg tien tot vijftien jaar geleden zijn veel vrijwilligers bezig geweest om de oude reclames opnieuw te schilderen, waardoor het er een stuk beter uitzag. De oude constructies waren zelfs haast zo goed als nieuw, afgezien van nieuw ruitwerk. Maar het vraagt nog steeds veel onderhoud, want bij het bezoek van GPblog aan dit stukje autosporthistorie was het verweer van de verf goed te zien.
Maar tegelijkertijd wordt hetgeen dat verweerd is weer opnieuw aangepakt en zodoende staan er op dit moment ook een paar gebouwen net nieuw in de verf. Deze gebouwen zijn ook weer van ruiten voorzien en dat is een mooie stap vooruit ten opzichte van vijftien jaar geleden. Met andere woorden: de vrijwilligers besteden er nog steeds veel aandacht aan en proberen het zo netjes mogelijk te houden. Een goed voorbeeld daarvan is het gebouw achter de pitstraat, waar het BP logo in mozaïek op de vloer is gelegd. Pakweg vijftien jaar geleden was de helft van de steentjes weg, maar tegenwoordig is het weer helemaal compleet – al dan niet met nieuwe steentjes.
De vrijwilligers waren ook tijdens ons bezoek bezig met het onderhouden van de panden, maar duidelijk is dat de groep die het doet vrij klein is. De progressie is relatief langzaam en het is bij elkaar genomen best wel een groot complex om te onderhouden. Ook de hoofdtribune is een flink bouwwerk en tegenwoordig is het ook afgesloten om te betreden. De reden daartoe is ons niet helemaal duidelijk, mogelijk vanwege de oude constructie of om eventuele schade te voorkomen. Desalniettemin is hetgeen er nu nog staat bedoeld om te blijven en met de vrijwilligers wordt het eens in de zoveel tijd voorzien van een nieuw likje verf.
Er was ook een tijd sprake van een museum achter de pitstraat, maar of dat er ooit van gaat komen is op dit moment niet duidelijk. Het circuit zelf is er niet meer, althans, het is grotendeels een moderne openbare weg. De bouwwerken zelf zijn nog altijd vrij te bezoeken, dus mocht je ooit eens in de buurt zijn is het de moeite waard om een uurtje langs te gaan. Het is autosporthistorie dat helaas in de vergetelheid is geraakt, maar daarom niet minder interessant om eens te bekijken.