Het succesverhaal van Williams: Na ruim 40 jaar is de cirkel rond
Met het terugtreden van de Williams-familie bij het team dat nog altijd wel hun naam draagt, gaat één van de laatste échte privé teams in de Formule 1 verloren. Een team dat ooit de dominante factor in de sport was, maar de fabrikanten uiteindelijk niet kon bijbenen.
Elk begin is moeilijk
Frank Williams begon eind jaren 60 al aan zijn eerste avontuur in de Formule 1. Deze eerste incarnatie van zijn team stond niet bepaald hoog aangeschreven en halverwege de jaren 70 moest hij het team, Frank Williams Racing Cars geheten, dan ook opdoeken.
Binnen twee jaar was hij echter al weer terug en hoewel het ook toen een moeilijke start was, wist hij samen met Patrick Head binnen drie jaar een winnend team op te zetten. In 1979 streden zij met de Australiër Alan Jones al om de wereldtitel en een jaar later waren ze daarin succesvol.
De succesperiode
Vanaf dat moment gold Williams ruim 20 jaar lang als één van de toonaangevende teams in de Formule 1. In de jaren 80 werden nog wereldtitels behaald met Keke Rosberg en Nelson Piquet, maar de écht grote successen beleefde het team in de jaren 90.
Onder andere dankzij de actieve wielophanging en de inbreng van de getalenteerde ontwerpen Adrian Newey, was Williams tussen 1991 en 1997 op technologisch vlak absoluut de maatstaf. Ayrton Senna en Michael Schumacher wisten dankzij hun talent nog wereldtitels te behalen voor McLaren en Benetton, maar er was geen twijfel over welke auto in die periode de beste was.
Het verval
Met het beëindigen van de samenwerking met Renault in 1998 en de regelwijzigingen die daarmee gepaard gingen, beleefde het team zijn eerste terugval. Dankzij de komst van BMW in 2000, leefde het team nog enkele jaren op, maar wereldtitels werden niet meer behaald.
Na ruim een decennium goed mee te doen in het middenveld, gold Williams vanaf 2018 voor het eerst sinds de jaren 70 weer als achterhoedeteam en is het nu aan de nieuwe eigenaren om er weer wat moois van te maken.