F1 Nieuws

Vettel over zijn jaren bij Ferrari: “We hebben gefaald”

21 december 2020 om 21:00

Na Kimi Raikkonen heeft Ferrari geen wereldkampioen meer in de Formule 1 voortgebracht. Met het aantrekken van destijds Red Bull succescoureur Sebastian Vettel was de missie duidelijk: het kampioenschap in huis halen voor de Italianen. Nu zes jaar later vertrekt de Duitser naar Racing Point en dat zonder zijn missie met Ferrari volbracht te hebben. Jammer, maar niet te lang bij stilstaan…

We hebben gefaald

Dit zegt Sebastian Vettel in een lang interview met het Duitse Blick. Na Michael Schumacher en Niki Lauda is Vettel de meest succesvolle Ferrari-coureur ooit en dat telt natuurlijk wel voor iets. Het belangrijkste is echter nooit gelukt. “Ja, we hebben gefaald”, zegt Vettel zelfkritisch op de opmerking dat hij het kampioenschap niet heeft binnengehaald.

“Dat is de kern van de zaak, helaas. Natuurlijk is er meer dan een reden voor de mislukte missie, maar je moet nooit te lang huilen over gemiste doelen.” Schouders eronder en weer doorgaan, waarbij Vettel vrij nuchter op zijn jaren bij Ferrari terugkijkt. Ook omdat er toch niks aan veranderd kan worden.

Het gelijk van critici

In de jaren bij Ferrari heeft de Duitser ook de nodige kritiek gehad. Iets wat hij zelf een beetje nuanceert, want het een was te overtrokken, het andere juist weer niet. Vettel: “Ik denk dat kritiek deel uitmaakt van alles. Het leidende principe geldt nog steeds: je bent nooit zo goed als mensen zeggen dat je bent, maar je bent ook nooit zo slecht als mensen zeggen dat je bent.”

“Je moet zelf de gulden middenweg vinden. Natuurlijk, soms hebben de critici gelijk, maar soms ook niet. Ik ben er heel open over, want ik ken mijn zwakheden en sterke punten het beste van allemaal. Ik heb zeker wat fouten gemaakt, maar daar hoeven we het niet allemaal over te hebben”, aldus de Duitser.

Volgend jaar rijdt Sebastian Vettel bij Racing Point, waar hij op de plaats van Sergio Perez komt te zitten die op zijn beurt verkast naar Red Bull Racing ten koste van Alexander Albon.