Button en Williams: Een knipperlichtrelatie die hem tientallen miljoenen kostte
Jenson Button en het Williams F1-team maakten vrijdag bekend dat de twee partijen na 20 jaar herenigd worden. De wereldkampioen van 2009 zal de functie van Senior Advisor gaan bekleden. In de aankondiging zegt Jost Capito, de nieuwe directeur van Williams, dat Button 'altijd vriend van het team is gebleven', maar dat is niet helemaal waar.
Button maakte in 2000 zijn debuut bij Williams, maar was eigenlijk al vanaf de eerste dag kansloos om die stoel te behouden. Williams wilde namelijk heel graag Juan Pablo Montoya hebben, die de sterren van de hemel reed in het C.A.R.T. kampioenschap en achter de schermen was daarvoor al een deal met Chip Ganassi Racing.
Williams behield een optie op de diensten van Button tot 2003, maar de nog jonge Brit kwam eerst bij Benetton en Renault en later bij BAR een beetje op een zijspoor terecht. Teambaas Flavio Briatore beschuldigde hem er zelfs van dat hij zijn werk niet serieus nam.
Contractuele puinhoop bij Button
Na een sterk seizoen in 2004 was Button’s marktwaarde echter weer gestegen en besloot hij dat het tijd was om terug te gaan naar Williams. Het team had op dat moment nog steeds fabriekssteun van BMW. Hij tekende een contract voor 2005, maar was even vergeten dat hij voor dat seizoen nog een contract had hij BAR. Zijn manager leverde geen geweldig werk zullen we maar zeggen.
Het BAR-contract kreeg voorrang en dus werd de overstap naar Williams met een jaar uitgesteld. In dat jaar gebeurde er vervolgens veel. Williams verloor voor 2006 de fabriekssteun van BMW, terwijl BAR juist het fabrieksteam van Honda zou worden. Button zag de bui al hangen en besloot voor 2006 toch bij BAR Honda te blijven, ondanks dat het contract met Williams al getekend was.
Sir Frank was op zijn zachtst gezegd ‘not amused’ en stapte naar de rechter. Williams eiste dat Button een flinke zak geld moest overhandigen om onder zijn contract uit te komen. De rechter gaf Williams gelijk en naar verluidt heeft Button voor zo’n 20 tot 30 miljoen dollar zijn contract moeten afkopen. Een prijzige beslissing, maar wel één die hem een paar jaar later de wereldtitel opleverde.