Na jaren met een dicht bijeen zittend veld in de Formule 1, verwacht Fred Vasseur, de teambaas van Ferrari, dat de onderlinge verschillen tussen de teams in 2026 toenemen. De spanning van de laatste jaren tijdens races en de kwalificatie kan zomaar verdwijnen. Met de eerder in de week aangekondigde aanpassing van het motorenreglement voor 2026 - waarvan de exacte uitwerking de komende weken volgt - proberen de FIA en de Formule 1 te voorkomen dat de F1 een sport wordt waarin het verschil gemaakt wordt door de power units.
Die angst bestond, nadat vrijwel alle fabrikanten problemen hadden met het bouwen van de batterij, die oorspronkelijk voor 50 procent de performance van de motor zou bepalen. De overige 50 procent komt dan uit de verbrandingsmotor. Door het aandeel van de batterij terug te schroeven, is de hoop dat motoren van de teams gelijkwaardiger worden.
Ferrari vreest voor grotere verschillen
Naar verluidt was Ferrari één van de fabrikanten die voorstander was van een aanpassing van het motorenreglement. Maar of dankzij de late wijziging de teams toch weer dicht bijeen gaan zitten in 2026, is de vraag. Fred Vasseur, de teambaas van de Italianen, kan uiteraard niet in de toekomst kijken, maar de Fransman verwacht dat door de ingrijpende reglementswijziging - niet alleen op motorengebied, maar ook qua chassis - de onderlinge verschillen groeien.
“Ik weet zeker dat we (de F1-teams, red.) niet allemaal dezelfde richting opgaan, en we weten niet wat de uitkomst in 2026 zal zijn”, vertelt Vasseur aan onder andere GPblog. “Ik kan niet zeggen dat de races spannender zullen zijn dan dit jaar. Maar ik denk dat we door de verbetering van de performance door de jaren heen onderlinge verschillen enorme hebben zien verkleinen. Van P1 naar P16 is het een kwestie van zes of zeven tienden verschil.”
Maar dat gaat anders worden, verwacht Vasseur. “We kunnen volgend jaar zeker grotere verschillen verwachten, maar dat is ook het DNA van de sport: ontwikkelen, proberen in te halen. Dus we mogen niet klagen. We zullen het volgend jaar wel zien.”