In de brandstoffen die de
Formule 1-teams gebruiken, zitten al componenten die duurzamer zijn dan de normale benzine die je bij de pomp tankt. David Tsurusaki van Exxon legde dat recentelijk
nog aan ons uit. Een deel dus, dat in de toekomst logischerwijs op wordt gekrikt om de koningsklasse groener te maken. In de 2021-reglementen wordt er weer een stap gezet, maar kent de overstap naar synthetische brandstof ook één groot probleem.
Brandstof gewonnen uit koolstofdioxide en andere toevoegingen. Verbrand je deze in een motor, dan speel je als het ware quitte. Perfect dus als je het imago van de Formule 1 wil verbeteren door niet langer bekend te staan als ‘die sport waar zware motoren nog steeds duizenden liters benzine verbruiken.’ Dat terwijl een deel van de huidige brandstof al bestaat uit dergelijke synthetische benzine.
In 2021 wil de Formule 1 dat het percentage op wordt geschroefd naar twintig procent. Liever meer natuurlijk, maar er is één gigantisch probleem: Er is simpelweg niet genoeg van om dat te realiseren.
Zodoende wil de Formule 1 langzaam maar zeker het percentage synthetische brandstof in de gebruikte benzine opschroeven: De verwachting is namelijk dat het goedje vanaf 2025 op grotere schaal beschikbaar zal worden. Tien procent per jaar erbij, zou betekenen dat men een harde deadline krijgt wat betreft volledige synthetische brandstof.
“Laten we dat dan ook zwart of wit zetten als een voet tussen de deur”, klinkt een engineer tegenover Auto Motor und Sport. “Alleen als je met twintig procent begint, zal je op den duur de honderd procent bereiken.”
Dat zwart op wit zetten lijkt al gebeurd: De overkoepelende organisatie van brandstofleveranciers in de Formule 1 is al akkoord gegaan met het plan.