McLaren-coureur
Oscar Piastri kent een sterk rookie-seizoen in de
Formule 1. De Australiër heeft zich al meermaals weten te bewijzen, naast teamgenoot
Lando Norris, die door kenners wordt bestempeld als megatalent. In gesprek met onder andere
GPblog bespreekt Piastri één van de verschillen tussen de
Formule 2 en de koningsklasse.
In 2021 maakte de nu 22-jarige coureur zijn eerste meters in de
Formule 2. Hij werd datzelfde jaar al kampioen. Als rookie het kampioenschap winnen is een prestatie die eerder werd geleverd door
F1-coureur
Charles Leclerc en
George Russell, die nu allebei een Grand Prix-zege achter hun naam hebben staan.
De jonge
McLaren-coureur hoopt zo snel mogelijk een race te winnen en was al een aantal keer dicht bij het podium. In Groot-Brittannië en Hongarije lag de jongeling op podiumkoers, en in België eindigde Piastri de sprintrace zelfs als tweede, achter
Max Verstappen.
Piastri direct op snelheid
Piastri heeft zijn strepen in de
Formule 1 na slechts twaalf races al verdiend, en dat is knap. Hij lijkt als rookie weinig aanpassingsproblemen te hebben, waar
Logan Sargeant en
Nyck de Vries meer moeite hadden om de snelheid te vinden. Een belangrijke component bij het vinden van snelheid in de koningsklasse zijn de banden, die significant anders zijn dan in de Formule 2, erkent Piastri: "
Ja, deze banden zijn lastiger te begrijpen, dan moet je een tandje bijzetten."
In de Formule 2 was de strategie anders, zegt Piastri. "Dan begon je op de zachtste band, deed je die zo snel mogelijk weg, en probeerde je de race uit te rijden op het hardere rubber." In de Formule 1 komt er meer bij kijken: "Er zijn meer strategie-elementen, want je hebt meer opties, bijvoorbeeld door beter voor de banden te zorgen. Er is geen simpele manier om zoiets te leren." Daar komt ook bij dat de Formule 1-races bijna twee keer zo lang zijn als de Formule 2-feature races. "We hebben geen testsessies waarin je even leert om zeventig ronden te racen," sluit hij af.