Toen
Bernie Ecclestone in 2017 de commerciële rechten van de
Formule 1 aan Liberty Media verkocht, zal de Brit ongetwijfeld hebben gedacht een goede deal te hebben gesloten. Acht miljard dollar ontving Ecclestone van de Amerikanen, die dat bedrag inmiddels dubbel en dwars hebben terugverdiend. De
Formule 1 is momenteel namelijk zo populair, dat het een melkkoe is geworden.
Max Verstappen en
Lewis Hamilton die epische gevechten hebben uitgevochten, coureurs die dankzij de Netflix-serie Drive to Survive uitgroeiden tot mondiale supersterren, en de waarde van de teams én de sport is gestegen.
“Het is ongelooflijk”, is dan ook de conclusie van
Ralf Schumacher over de huidige staat van de
F1.
“Vandaag de dag is de Formule 1 ruim twintig, bijna dertig miljard euro waard. De teams zijn bijna twee miljard euro waard. Je ziet het enthousiasme wereldwijd.” Opstap voor Toyota naar groot team?
In gesprek met de Duitse variant van
Sky Sports stelt Schumacher dat de sport ‘een nieuwe dimensie’ heeft bereikt. En succes trekt aan, zo werd afgelopen vrijdag opnieuw duidelijk. Toyota verbond zich aan
Haas F1 als technisch partner en Schumacher - zelf in een grijs verleden rijdend voor Toyota in
F1 - begrijpt dat volledig.
“De Formule 1 ontwikkelt zich ongelooflijk. Het is een melkkoe geworden. Je verdient wereldwijd heel veel geld. Het imago van Toyota is de laatste tijd niet bijzonder goed. Hybride-technologie is Toyota’s stokpaardje en dat maakt dit logisch”, stelt de broer van Michael, die aangeeft veel te verwachten van de samenwerking met Haas en met name voor Toyota. “Toyota heeft alles, weliswaar in Keulen, wat een dure locatie is, maar dit kan de opstap zijn naar een groot team.”