Terugblik | De meest memorabele races op Imola

Fout van Hamilton in de regen

In 2021 stond Imola voor de tweede maal als vervangende GP op de kalender vanwege het coronavirus. Het was direct een van de meest memorabele races van dat jaar. Max Verstappen startte zeer sterk vanaf de derde plek en verschalkte Sergio Perez en Lewis Hamilton in de eerste reeks bochten. Terwijl steeds meer concurrenten fouten maakten, bleef Verstappen onaantastbaar op kop rijden.

In ronde 31 maakte Hamilton een vreselijk domme fout toen hij George Russell op een ronde wilde zetten. Hij gleed de grindbak in en verpestte ook nog eens zijn voorvleugel. Diezelfde Russell zorgde er niet veel later voor dat Hamilton nog een kans kreeg. Toen de jonge Brit Valtteri Bottas in wilde halen crashten de twee met ruim 300 kilometer per uur op de teller. Het resulteerde in een rode vlag en een extra kans voor Hamilton. Hamilton startte vanaf P9 bij de herstart, maar vocht zich knap terug tot de tweede plek. Lando Norris complementeerde het podium op P3.

De terugkeer van de shoey

De eerste Grand Prix van Emilia Romagna in 2020 was direct een race om van te smullen. Verstappen en Hamilton raceten lange tijd nek aan nek tot de Red Bull Racing-coureur vroegtijdig uitviel vanwege een klapband tegen het einde van de race. Dit betekende wel dat Daniel Ricciardo voor de tweede keer in drie races op het podium stond nadat hij een ontketende Daniil Kvyat achter zich wist te houden. In tegenstelling tot de Grand Prix van Eifel vergat hij ditmaal geen ‘shoey’ te doen.

Alonso en Schumacher vechten voor de winst

In 2005 waren het Fernando Alonso en Michael Schumacher die voor de overwinning raceten op Imola. Rondenlang reden de twee wiel tegen wiel, nadat Schumi zich vanaf de dertiende plek omhoog had weten te werken. Alonso sloeg elke aanval van de Duitser af en kon de race uiteindelijk winnen met een minimaal verschil van twee tienden.

Senna tegen Prost

In 1989 begon een van de meest bekende rivaliteiten die de Formule 1 ooit gekend heeft. Ayrton Senna en Alain Prost reden allebei bij McLaren. Senna startte vanaf P1 en Prost op de tweede plek. Na drie ronden in die volgorde gereden te hebben, crashte Gerhard Berger zeer hard en zorgde voor een rode vlag.

Tijdens de rode vlag spraken Prost en Senna af dat degene die de leiding nam na bocht één de race op zijn naam mocht schrijven. Prost kwam beter weg dan zijn Braziliaanse teamgenoot, maar Senna pakte de leiding weer terug in Tosa, tegen de afspraak in. Senna gaf die leiding niet meer uit handen en hiermee was de intense rivaliteit geboren tussen de twee.