F2-coureur krijgt rijverbod van zes maanden, ontkent zelf schuldig te zijn
- Rik Seinen
Formule 2-coureur Amaury Cordeel is zijn rijbewijs voor de openbare weg kwijtgeraakt. HLN meldt dat de Belgische rechtbank de coureur een rijverbod van zes maanden heeft opgelegd voor het overtreden van de snelheidslimiet.
In december 2020 zou Cordeel - die toen zeventien was - met 179 kilometer per uur door het Belgische Temse hebben gereden. De politie kwam op het spoor van Cordeel via een filmpje wat op sociale media werd gedeeld over het incident. Cordeel en zijn management houden vol dat de coureur niet degene was achter het stuur. “Er kan geen enkele link gelegd worden tussen het filmpje en het feit dat mijn cliënt reed", beweert de advocaat van Cordeel. “Het was de auto van zijn vader dat wel, maar verder is er voldoende twijfel om te stellen dat hij niet reed."
De politie en de rechter zijn het daar niet mee eens. De politierechter oordeelde afgelopen week dat er voldoende bewijs was dat Cordeel achter het stuur zat en heeft hem een boete opgelegd van 3600 euro. Daarnaast wordt zijn rijbewijs voor zes maanden in beslag genomen. Het is niet de eerste keer dat Cordeel in opspraak komt: in de zomer van 2021 heeft hij zelf op TikTok beelden gedeeld van zijn auto die met 300 kilometer per uur over de Belgische snelweg schiet. Ook toen beweerden Cordeel en zijn team dat hij niet degene was die reed.
Vooralsnog geen invloed op zijn F2-carrière
Cordeel reed afgelopen seizoen in de Formule 2 voor het team van Van Amersfoort Racing en wordt over het algemeen gezien als een groot aanstormend talent. Volgend jaar zal hij de overstap maken naar Virtuosi Racing in dezelfde competitie. Tegen Motorsportweek zegt Formule 2-baas Bruno Michel dat hij niet verwacht dat de straf invloed zal hebben op de race carrière van Cordeel, maar dat ze zijn gedrag wel in de gaten gaan houden. “Volgens mij zijn er geen regels die verplichten dat je een gewoon rijbewijs moet hebben. Maar we kunnen dit natuurlijk niet negeren. We gaan met de FIA bespreken hoe we hier nu mee om moeten gaan.”