F1 Nieuws

Uitleg budgetcap met williams james vowles

Achtergrond | Gelijk speelveld door de budgetcap? Waarom dát onmogelijk is

20 juni 2023 om 12:46
Laatste update: 20 juni 2023 om 15:34

Niet alleen de grote teams hebben te maken met de beperkingen van de budgetcap, ook de kleinere teams ondervinden hoe lastig het is om ermee om te gaan. Het Williams-team zou graag zien dat op een bepaald onderdeel méér geld uit te geven is, juist omdat de kleinere teams daar een onoverkomelijke achterstand hebben én lijken te houden.

Hoe zit het? Het kostenplafond is opgesplitst in twee onderdelen. Enerzijds is er een limiet voor operationele kosten, die ongeveer 145 miljoen dollar bedraagt. Als er gesproken wordt over de budgetcap, dan is dat waaraan de meeste mensen denken. Maar er is nog een, separaat onderdeel, de zogenaamde capex. Die staat voor de kosten voor ontwikkeling of levering van langer te gebruiken onderdelen van een product of systeem.


Capex is 36 miljoen

Denk daarbij aan een computerbesturingssysteem. Daar kopen ook de F1-teams niet elk seizoen een nieuwe van. Dat gebeurt eenmaal in de zoveel tijd, en vervolgens wordt er elk jaar een bepaald bedrag op de balans afgeschreven. In totaal in vier jaar staat het bestemde bedrag voor dit type kosten op ongeveer 36 miljoen dollar. Als de capex gelijkmatig wordt verdeeld, betalen teams per seizoen zo’n negen miljoen dollar aan dergelijke kosten. In de praktijk blijkt dat bedrag veel te laag.

Een voorbeeld bij Williams: een ingenieur bestelt bij een andere afdeling in de fabriek een onderdeel. Dan wordt er op-en-neer gemaild, wat enorm veel tijd kost en allesbehalve efficiënt is. Eigenlijk verdwijnt de opdracht in een soort zwart gat en is de kans reëel dat er ergens in de keten iets verkeerd gaat. Vergeet namelijk niet dat een Formule 1-auto uit ongeveer 17.000 onderdelen bestaat, dus zeker 17.000 keer worden onderdelen besteld via een email. Veel liever hebben teams hiervoor een digitaal systeem, waarin je de opdracht heel specifiek kan invoeren en meteen op de juiste manier bij de juiste mensen binnenkomt.


Enorme investeringen

“Die software kost helaas geen 100 pond, maar het gaat om miljoenen, en zelfs tientallen miljoenen als je het goed wil doen”, zegt James Vowles, teambaas van Williams. “We zijn nu een infrastructuur aan het opzetten waarmee we kunnen zien hoelang het duurt om een onderdeel te ontwerpen. Dan hebben we het qua investering over honderden miljoenen, niet tien of twintig miljoen.”

De grotere teams hebben dergelijke investeringen in het verleden al wel kunnen doen, voordat het kostenplafond zijn intrede deed. Met de budgetcap wilden de FIA en de Formule 1 een gelijkwaardiger speelveld creëren, maar voor een team als Williams is het nagenoeg onmogelijk om dichter bij de topteams te komen als het niet mogelijk is eerst de noodzakelijke investeringen in de basisinfrastructuur te doen. “We zoeken op dit moment naar de mogelijkheid om sportieve gelijkheid te krijgen, mét een infrastructuur die onze collega’s al bezitten, zodat we geen ongelijke strijd voeren en we echt op dezelfde manier kunnen vechten zoals de rest”, aldus Vowles.