F1-teams oneens met FIA: ‘Nieuwe reglementen ver van definitief’

FIA

F1 Nieuws

teambazen niet tevreden over nieuwe reglementen formule 1

Vol trots presenteerde de FIA afgelopen week de technische reglementen voor 2026 en verder. Maar bij de teams zijn de voorstellen - vooral op aerodynamisch gebied - niet zo goed gevallen. Deze zaterdag komen ze al samen met de FIA om hun zorgen te bespreken. De reglementen zoals voorgesteld lijken dus allesbehalve definitief, zo valt ook te horen uit de monden van de teambazen. 

Zo stelde Mike Krack, de teambaas van Aston Martin, vrijdag: “Gisteren (donderdag, red.) was een eerste versie. Ik denk dat we nog best ver verwijderd zijn van een definitieve versie. Het is nu aan alle stakeholders om met elkaar hierover te praten, om mogelijke problemen op een constructieve manier op te lossen, in plaats van de media te gebruiken om dingen door te drukken. Dus op TAC-niveau (de teams, de FIA en de Formule 1) wordt alles de komende weken en maanden gladgestreken."

Andrea Stella, aan het roer bij McLaren, gaf aan dat zijn team de intenties en doelen van de FIA steunt. Tegelijkertijd gaf ook hij aan dat er nogal wat werk aan de winkel is: “Als we kijken naar de draft van de reglementen, die zijn ver verwijderd van hoe die doelen en intenties te bereiken”, aldus de Italiaan. Hij roept de FIA, de F1 en de teams dan ook op om samen te werken, naar elkaar te luisteren en samen te werken om tot een besluit te komen. “Als we de gestelde doelen bereiken, dan gaan we de Formule 1 in een goede conditie krijgen.”

Twee struikelblokken voor de F1-teams

James Vowles, de teambaas van Williams, bevestigde dat er bij de teams twee struikelpunten zijn. Allereerst en vooral is er een probleem met de aerodynamische kant van de reglementen. Daarnaast gelooft de Brit niet dat een gewichtsreductie van dertig kilo haalbaar is. “Ik bekijk het vanuit Williams-perspectief, maar ik denk dat niemand dit gaat halen. Dat gaat enorm lastig worden en hier moet naar gekeken worden.”

Toch al met al zegt Vowles: “Ik ben het eens met mijn collega’s dat we in een positie verkeren dat als we samenwerken - en we gaan hier mee door - de sport in een goede staat verkeert. Dit is een solide fundament als basis, maar er moeten nog wat aspecten opgehelderd worden.”