Kan Williams zichzelf nog redden uit de opeenstapeling van problemen?
Jarenlang behoorde Williams tot de toonaangevende teams in de Formule 1, maar steeds meer lijkt het kaartenhuis dat zorgvuldig door Frank Williams in elkaar is gezet, ineen te storten. Lees hier een uitgebreide analyse van de situatie bij Williams.
Een grote naam
Jarenlang is Williams een team geweest waar rekening mee werd gehouden. Tussen 1980 en 1997 groeide Williams uit tot de grootmachten in de Formule 1 en won het vele titels. In de gehele historie staat Williams nu al op negen wereldtitels bij de constructeurs en nog eens zeven titels voor de coureurs.
Daarnaast had het team door de jaren heen de beschikking over iconische coureurs. Nigel Mansell, Nelson Piquet, Alain Prost en Ayrton Senna reden allemaal voor het team van Frank Williams, dat met die coureurs vaak om de prijzen meedeed. In 1997 werd met Jacques Villeneuve echter de laatste wereldtitel behaald, om het daarna nog van stuiptrekkingen te moeten hebben.
Tussen 2000 en 2005 had Williams een opleving door de samenwerking met BMW, maar die viel in het water toen BMW meer wilde, maar Frank weigerde zijn team te verkopen. Met Toyota, Renault en Cosworth-motoren presteert Williams een stuk minder, maar krijgt het nog één injectie van Mercedes. Met de oppermachtige Duitse krachtbron beleeft Williams nog een laatste stuiptrekking, alvorens in het huidige dal beland.
Vasthouden aan eigen idealen
Williams is door de jaren heen een uniek bolwerk geweest in de Formule 1. Het staat voor de eigen Engineering-afdeling en Frank was er heilig van overtuigd dat de eigen creativiteit altijd boven zou komen drijven. De fabriek van Williams komt echter tekort ten opzichte van de hypermoderne faciliteiten bij de concurrentie en dus zakt het team weg.
Waar andere private teams creatief omgaan met de regels zodat ze een stuk competitiever zijn, weigert Williams af te stappen van de idealen. Waar Force India, Haas en Alfa Romeo laten zien dat ze met beperkte middelen uiterst competitief kunnen zijn, houdt Williams vast aan de eigen ontwerpen, maar zonder de beschikbare middelen blijkt dat een onmogelijke opgave.
Financiën
Er moeten keuzes gemaakt worden en door de keuze voor engineering, moet er toch geld beschikbaar zijn om te blijven ontwikkelen. Met mindere prestaties komen ook minder sponsoren en dus dient Williams creatief te zijn. Grote investeerders zijn echter niet welkom, want de naam Williams mag niet verdwijnen uit de Formule 1.
Zo stapt Lawrence Stroll in bij Williams, maar loopt hij net als BMW, tegen een muur op. Hij mag investeren in een windtunnel, maar zeggenschap krijgt de Canadees niet bij het team uit Grove. Het blijft een select gezelschap bij Williams dat veel waarde hecht aan de eigen naam. Het valt te waarderen, maar het komt tegen een prijs.
Keuze voor coureurs
Williams moet namelijk toch aan geld komen en door de mindere prestaties staan de sponsoren nou niet bepaald op de deur te bonken. Aangezien er ook geen investeerders welkom zijn in Grove, blijft er nog maar één optie open: ‘Pay-drivers’.
Waar in het verre verleden de unieke coureurs het verschil konden maken voor Williams, is het door de jaren heen minder geworden met de coureurs. Namen als Bruno Senna, Pastor Maldonado, Lance Stroll, Sergey Sirotkin en Nicholas Latifi zitten er namelijk echt niet vanwege hun geweldige prestaties bij de junioren. Nee, die zitten er puur vanwege het geld en dat zorgt voor een probleem.
Coureurs hebben in de wagen zelf namelijk niet meer zoveel invloed als vroeger, maar buiten de wagen des te meer. Het team heeft richting nodig van de coureurs om de wagen optimaal te ontwikkelen. Een gave die coureurs als Lewis Hamilton en Max Verstappen als geen ander beheersen. Het is echter een gave die weinig pay-drivers beheersen en daardoor lijkt de ontwikkeling geen richting te hebben.
Zo zakt Williams in het huidige dal dat nu is ontstaan. Zonder een duidelijk leider in de wagen en een technische baas voor de ontwikkeling, zakt Williams steeds dieper in het moeras. Claire Williams lijkt nog steeds geen duidelijk structuur te hebben gebouwd om vooruitgang te boeken en met het vertrek van alle sponsoren lijkt het probleem alleen maar groter te worden.
Faillissement, overname of investeringen?
Nadat Williams in 2019 al de wintertests moest overslaan, grapt het op de eigen sociale media dat het echt wel aanwezig zal zijn tijdens de wintertests, maar in welke vorm kan Williams verder? Nu helpt Michael Latifi om de financiën even op orde te brengen, maar ook deze Canadees zal niet met miljoenen gaan smijten zonder dat hij inspraak krijgt in de beleidsvoering.
In before all the: "Will you actually be there though replies..."
— ROKiT WILLIAMS RACING (@WilliamsRacing) January 10, 2020
Het blijft daarmee een lastige situatie. Williams wil wel geld, maar geen bemoeienis. De situatie is er echter niet meer naar. Als Williams investeringen en bemoeienissen blijft afwimpelen, dan kan het niet lang meer goed gaan en ligt een faillissement om de hoek. Zonder geld kan een team niet bestaan, wat voor historie er ook is.
Grote namen als Lotus en Brabham verdwenen al uit de sport en Williams lijkt daar niet ver vandaan. Het kan misschien nog even overleven van investeringen, maar het houdt ergens op. Iemand zal het team op termijn moeten overkopen, want anders gaat het team met honderden werknemers failliet.