2020 was op basis van het aantal inhaalacties een slecht jaar voor de Formule 1
Het F1-seizoen 2020 kende enkele spectaculaire races die nog lang in het geheugen van de fans gegrift zullen staan. Die werden helaas maar al te vaak afgewisseld met ronduit saaie optochten waarbij vooral vooraan het veld niets veranderde. Dat is terug te zien in de cijfers, er werd afgelopen jaar namelijk relatief weinig ingehaald.
Minder chaotische races in 2020
Dat komt mede door de enorme neerwaartse druk die de auto’s in 2020 produceerden. Omdat de FIA de snelheid van de auto’s vanaf dit seizoen aan banden wil leggen, zullen de wagens uit 2020 waarschijnlijk de boeken ingaan als de snelste auto’s uit de geschiedenis van de F1. Mede omdat ze nooit eerder zoveel downforce genereerden. Dat zorgt er indirect voor dat auto’s elkaar moeilijk konden volgen en dus ook niet in konden halen.
Daarnaast waren er ondanks enkele uitschieters minder chaotische races waarbij snelle coureurs zich naar voren moesten vechten. De race waarin dat duidelijk wel gebeurde: de Grand Prix van Portugal, waarbij het veld door een natte eerste ronde door elkaar gehusseld werd, was dan ook de race met de meeste inhaalacties.
Uit een berekening van Auto Motor und Sport blijkt dat er in 2020 gemiddeld 31,4 keer per race ingehaald werd, tegenover 38,9 keer in 2019, 32,6 keer in 2018 en 25,8 keer in 2017. De opwaartse trend die sinds de introductie van de bredere auto’s zichtbaar was, is dus doorbroken. Het gemiddelde van 46,7 uit 2016 (met de smallere auto’s) blijft ver buiten schot.