Vrijdag begint de Grand Prix van Oostenrijk. Het betekent het tweede sprintweekend van het jaar. De F1-coureurs krijgen op vrijdag één vrije training, voordat zij zich moeten kwalificeren voor de hoofdrace op zondag. Maar ook op zaterdag wordt er voor punten geracet. Waar kan men het beste inhalen?
De Red Bull Ring is één van de snelste en kortste circuits op de kalender. Daarnaast biedt de baan genoeg mogelijkheden om in te halen. De eerste kans om een andere coureur voorbij te steken ligt al in bocht één. Coureurs kunnen op het eerste rechte stuk mogelijk gebruik maken van DRS en kunnen andere auto's passeren als zij iets later inremmen voor de krappe eerste bocht.
Daarna volgt al snel de plek waar het meeste wordt ingehaald tijdens alle Grands Prix. Het lange, rechte stuk tussen bocht één en bocht drie. Wederom kunnen de coureurs gebruikmaken van DRS, als zij binnen een seconde rijden van hun voorligger, en ook nu biedt de scherpe bocht drie, kansen om in te halen: er is veel ruimte en de bocht is heel scherp, wat coureurs verplicht om hard te remmen.
Daarna volgt wederom een DRS-zone die leidt naar de gevreesde bocht vier. Deze bocht heeft menig coureur geteisterd. De binnenzijde van de bocht biedt kansen om in te halen, al wordt deze vaak afgedekt door de verdedigende partij, wat coureurs dwingt om de buitenkant te pakken. Kan men daar buitenom inhalen? Ja. Kan het finaal mislukken? Absoluut. Het is van enorm belang dat de coureur aan de binnenzijde genoeg ruimte overlaat voor de rijder aan de buitenkant en dit is meermaals fout gegaan.
Denk aan de Grand Prix van 2020, toen Alexander Albon buitenom probeerde te gaan bij Lewis Hamilton, maar even later in de grindbak stond. Of recenter nog, de Grand Prix van vorig jaar. Wederom was het een Red Bull-coureur, Sergio Perez, die het buitenom wilde proberen bij een Mercedes-coureur, George Russell. Ook in dit geval eindigde de teamgenoot van Max Verstappen in het grind.
Durft één van de twintig snelheidsduivels zich nog buitenom te branden aan deze bocht?