'Red Bull en andere topteams omzeilen de budgetcap: FIA grijpt in'

De Formule 1 werkt sinds 2021 met een budgetcap. Dit kostenplafond moet ervoor zorgen dat alle teams evenveel geld uitgeven en daardoor op de lange termijn ook qua prestaties dichterbij elkaar zullen komen. Toch blijkt dit niet helemaal te werken. Waar het doel was dat teams kleiner zouden worden, is dit verre van het geval.

Volgens Auto, Motor und Sport worden F1-teams namelijk alleen nog maar groter. Een F1-teambaas laat tegenover het Duitse medium weten dat de topteams nu bestaan uit 1.500 mensen, waar dat voor de budgetcap 1.000 mensen waren. Hoe kan het toch dat team blijven groeien, ondanks dat de budgetten afnemen?

Hoe Red Bull en andere topteams de budgetcap omzeilen

Een belangrijke reden hiervoor zijn deeltijdprojecten. Belangrijke en daardoor dure medewerkers worden door teams op verschillende projecten gezet. Zo zou Rob Marshall (nu werkzaam bij McLaren) bij Red Bull voor 50 procent aan de RB17 Hypercar, 40 procent aan Red Bull Powertrains en maar 10 procent bij het F1-team in de boeken hebben gestaan. Hierdoor hoefde Red Bull ‘maar’ tien procent van zijn loon in de boeken te zetten voor het F1-team.

Op deze manier worden steeds meer personeelsleden over verschillende project ingezet, en kiezen steeds meer grote teams dus ook voor meer projecten om zo hun dure werknemers tevreden te houden. Voor de FIA is het nagenoeg onmogelijk om precies na te gaan of de percentages die in de boeken staan, ook echt de percentages zijn die een medewerker besteedt aan dat project. Hier moet in 2026 verandering in komen.

De FIA wil vanaf 2026 invoeren dat 100 procent van het loon van een medewerker telt voor de budgetcap. Ook al werkt iemand dus maar 10 procent, dan nog moet 100 procent van zijn loon worden meegenomen in de budgetcap. De FIA wilde dit al eerder invoeren met Technical Directive 045, maar daar zouden niet genoeg teams voor hebben gestemd. In 2026 kan de FIA dit wel doordrukken.